Het Egyptische ministerie van Toerisme en Oudheden kondigde de ontdekking aan van een observatorium dat ongeveer 2500 jaar oud is.
Egypte is al eeuwenlang het centrum van wetenschap en mysterie en is de thuisbasis van talloze ontdekkingen. De nieuwste bevindingen in Kafr El Sheikh zouden echter volledig kunnen veranderen wat we weten over astronomie in de oudheid.
Het observatorium, dat dateert uit de 6e eeuw voor Christus, is destijds het grootste in zijn soort en van onschatbare waarde voor de menselijke geschiedenis. Archeologen geloven dat veel astronomen in het late oude Egypte aan dit observatorium van modderstenen werkten om de posities van de zon en andere hemellichamen te volgen.
Structurele kenmerken van het observatorium hebben overeenkomsten met tempelarchitectuur
Het observatorium, gelegen op de archeologische vindplaats Tell El-Faraeen, werd gebouwd op een oppervlakte van ongeveer 850 vierkante meter. De hoofdingang van het observatorium, gericht op het oosten, was speciaal ontworpen om de zonsopgang te bekijken. Bij binnenkomst via deze ingang komt men een open L-vormige centrale hal met zuilen tegen. Deze bouwstijl is vergeleken met ontwerpen die vaak te zien zijn bij tempelingangen in het oude Egypte.
Een van de meest opvallende elementen van het observatorium zijn de grote en hoge adobe muren die naar binnen hellen. Deze muren concentreerden de schaduwen en het licht van de zon op bepaalde punten, wat observaties waarschijnlijk nauwkeuriger maakt. Het gebouw heeft ook een observatietoren die bestaat uit vijf adobe kamers, vier kleinere adobe kamers en een stenen kamer. Men denkt dat deze ruimtes zijn ontworpen om de instrumenten die in het observatorium worden gebruikt op te slaan en om astronomen comfortabel werk te bieden tijdens observaties.
Een van de belangrijkste ontdekkingen in het observatorium is de hellende stenen zonnewijzer, die destijds de “schaduwklok” werd genoemd. Deze zonnewijzer werd geplaatst op een rij platte kalksteenplaten die 4,80 meter lang waren. Op de bovenste horizontale en verticale platen bevinden zich hellende lijnen, die hoogstwaarschijnlijk werden gebruikt om de bewegingen van de zon gedurende de dag te volgen. Dankzij deze lijnen konden de oude Egyptenaren de schaduw en hoek van de zon nauwkeurig meten.
De opgravingen ontdekten ook een steen die vastzat aan de vloer van een ronde kamer in het observatorium en nog twee ronde stenen die werden gebruikt om de declinatie van de zon te meten. Deze bevindingen geven aan dat de oude Egyptenaren astronomische kennis hadden die niet alleen gebaseerd was op observaties, maar ook ondersteund werd door wiskundige berekeningen.
Het werd gebruikt voor zowel wetenschappelijke als religieuze doeleinden
Wat betreft Ayman Ashmawy, die verantwoordelijk is voor de afdeling Oudheden van de Egyptische Supreme Council of Antiquities, zei hij dat dit observatorium het vermogen van de oude Egyptenaren illustreert om essentiële religieuze en landbouwdata vast te stellen. Dit oude observatorium stelde de oude Egyptenaren waarschijnlijk in staat om equinoxen, zonnewendes en maansverduisteringen bij te houden waar agrarische samenlevingen op vertrouwden bij het plannen van zowel hun rituelen als het verbouwen van gewassen.
Een standbeeld gemaakt tijdens de 26e dynastie en een meetapparaat genaamd Merkhet zijn enkele van de andere belangrijke artefacten die tijdens opgravingen zijn ontdekt. In de oudheid in Egypte was de Merkhet een hulpmiddel voor tijdmeting en hemelse observaties. Dit apparaat wordt daarom beschouwd als een van de bewijzen die suggereren dat het observatorium zowel wetenschappelijke als religieuze doeleinden diende.